Het weekend van het reizen en dieren spotten.

21 april 2014 - Pretoria, Zuid-Afrika

Op vrijdag was het dan weer zo ver ‘de road trip’, zoals altijd vertrokken we (Hagata, Joris en ik) weer om 5:00 ’s ochtends vroeg (die arme Joris dus ook, hij is echt geen ochtend mens). Als eerste bestemming stond Pilanesberg, dit is een groot natuur reservaat met veel wilde dieren (dat willen we niet missen natuurlijk). Hier konden we rond zo’n 7:30 beginnen aan onze eigen tour in het park (met de auto natuurlijk). Het was in het begin nog erg zoeken naar de dieren (we hadden de hoop al bijna opgegeven), toen zagen we toch in de verte een kudde olifanten. Daarom stapte ik uit en liep het hoge gras een stukje in om een betere foto te kunnen maken, jammer genoeg kwam er een parkwachter langs die ons terug de auto in stuurde (we mochten blijkbaar de auto niet uit in verband met de katachtige en andere gevaarlijke dieren, wist ik veel). In Pilansberg hebben we toen kunnen genieten van verschillende soorten dieren, zoals de zebra’s, gazelles, kudus (grote antilopen), het wildebeest (ook wel gnoe), giraffen, olifanten, nijlpaarden, de witte en de zwarte neushoorn (alleen de katachtige en de aapjes ontbraken nog).

Na bijna de hele dag de dieren opgezocht te hebben, zijn we in de namiddag naar ons hostel vertrokken, deze was gelegen in Rustenburg. Eenmaal hier aangekomen (het was echt een gat), kregen we te horen dat we de dorm (slaapzaal met 6 stapelbedden) helemaal voor ons alleen hadden. Na nagevraagt te hebben waar we een hapje konden eten, kregen we te horen dat het er in de buurt niet erg veilig was en we beter naar het winkelcentrum konden gaan. Eenmaal in het winkelcentrum aangekomen (we dachten eerst dat hij dicht was, zo donker en verlaten), zagen we een plein (zoals in de stijl van Amerika ) met allemaal restaurantjes (hier hebben we heel lekker gegeten).

Na een lange nacht (vreemde omgeving en bed, staan gelijk aan niet slapen), zijn we allereerst gaan ontbijten bij mug en beans (heel lekker, zeker een aanrader). Hierna hebben wij (Hagata, Joris en ik) onze reis hervat naar Kimberley (zo’n kleine 5 uur rijden). We hadden voorafgaande aan de reis ons ingelezen over Kimberley, hier werd beschreven dat het een mooie stad was in oud victoriaanse stijl met natuurlijk de big hole. Eenmaal aangekomen zagen we weinig oude victoriaanse gebouwen (een kerk, gemeenschapshuis en een paar verwaarloosde gebouwen). Hier zijn we langs de bekende flamingo’s gereden (het zag echt roze, jammer genoeg konden we geen foto’s nemen) en naar de big hole gegaan. De big hole was een van de grootste hand gegraven gaten van de wereld welke vroege gebruikt werd als mijn voor het winnen van diamanten (de diamanten koorts). Hier konden we een kijkje nemen van boven af (niet zo leuk voor mensen met hoogtevrees), hierna gingen we nog met een lift naar beneden (waar je als je geen last hebt van claustrofobie je het wel krijgt, wat een eng geluid en gevoel) om een kijkje te nemen in de mijn (nagemaakt natuurlijk, met geluiden en al). Na de big hole gingen we op speurtocht naar een restaurant (moeilijker dan het klinkt als je niet naar een snackbar wilt gaan), na een dik half uur zoeken (en wel 7 mensen vragen), zijn we er in geslaagd om een restaurant te vinden (ik zeg chinees). ’s Avonds zijn we weer terug gekeerd naar onze slaapplek van die avond (met eindelijk goede en vooral stevige bedden).

Op zondag zijn we weer vroeg op weg gegaan naar de Kalahari (de woestijn van Zuid Afrika), dit was weer zo’n dikke 3 uur rijden (de echte reizigers). Hier gingen we naar het Witsand nature reserve (waar het rode zand wit was). Onderweg waren we de enige auto op de weg (het was net niemandsland) en werd het zelfs spannend met of we het zouden halen met onze tank (na 100 km soms pas een tank station), maar we hebben het gehaald (gelukkig, anders werd het lopen). Toen we er bijna waren moesten we nog 45km onverharde weg afleggen welke wij in een half uur gereden waren (niet eten voor vertrek, is een beetje hobbelig). Eenmaal aangekomen konden we genieten van het mooie uitzicht (veel zand en bergen, maar wel heel erg mooi) en hebben we nog een gigantische zandberg beklommen (iedereen kwam uitgeput boven). Na de klim konden we genieten van de grote duinen waarop verscheiden mensen aan het surfen waren (of met een soort slee, wel leuk om te zien).

Rond 11 uur hebben we onze reis terug naar huis hervat (de lange weg terug naar huis). Hier hebben we toen onze eerste lekke band ervaren (natuurlijk reed ik, ik was niet blij), door een gat in de weg (de hele weg zat helemaal vol gaten). Gelukkig konden we onze weg weer hervatten na 20 minuten (record tijd, voor mensen die het nog nooit hadden gedaan). Na een lange en vermoeiende weg zijn we er in geslaagd om 17:45 thuis aan te komen (wat waren wij blij en vooral moe).

Op Maandag hadden we (Hagata, Joris en ik) onze hersteldag en studiedag (was ook wel nodig, het herstellen dan). Allereerst zijn Hagata en ik naar de auto wasstraat gegaan om de auto te laten wassen, toen we al aankwamen keek de meneer die de auto ging wassen al hoofdschuddend naar de auto (hij kon niet geloven hoe vies hij was). Na 1 uur (lang maar het was nodig) was de auto klaar (en je raad het nooit, hij was wit van plaats geel bruin) en konden we onze boodschappen gaan doen. ’s Avonds hebben Charley, Hagata, Joris en ik nog lekker kunnen genieten van een etentje bij Capeesh (heerlijk).


Weetjes:
- Dat Joris een legging een worstenpakje noemt, hij wist niet dat een legging zo smal en klein was als hij net gewassen is (hij dacht dat de legging van Hagata van een kind was, wat leert hij toch veel hier)
- Dat ik mijn eerste boete heb gekregen in Zuid Afrika, maar naar even de agent lief in de ogen te kijken, hoefde ik maar de helft te betalen (Hagata en Joris zijn allebei ook aangehouden voor te hard te rijden maar kregen geen boete, ik moet nog veel van ze leren)
- Dat ik bang was dat mijn stapelbed op instorten stond, moest me elke keer heel voorzichtig bewegen (stel je voor dat ik boven in had gelegen, dan was ik snel beneden geweest)
- Dat Kimberley bekent staat om de big hole, maar zelf ook een groot gat is. Vraag maar naar een restaurant en niemand weet er een, na 30 minuten rijden (en de hoop opgegeven te hebben) kom je er 4 tegen (geen junkfood, anders hadden we na een minuut al wat gevonden)
- Dat Joris het niet leuk vond dat hij een kamer voor zich alleen mocht hebben (wat andere normaal gesproken graag zouden hebben)
- Dat Hagata Joris bijna was vergeten (als ik er niets van had gezegd), ze was al weg gereden en had niet door dat Joris niet in de auto zat. Joris is mij nu voor eeuwig dankbaar (ook fijn toch)
- Dat alle mensen ons raar aankeken (met hun jeeps en wij met onze kleine auto) bij Witsand nature reserve, ze snapte niet hoe we daar waren gekomen ( nou, dus gewoon met de auto en ook nog sneller dan zij)
- Dat we een taak verdeling hebben bij het band verwisselen, Joris mag het zware draaiwerk doen, Hagata zegt hoe het moet en ik geef dingen aan (ik had het nog nooit gezien of gedaan)